1. Instructies: We bevinden ons in een labyrint. Om uit dit labyrint te komen, gaat het niet echt om het nemen van het (theoretisch) juiste pad. Het gaat erom het pad te bewandelen dat voor ons als team is correct.
2. "Hieronder worden jullie geconfronteerd met een aantal gedragingen die teamwork beschrijven. Jullie taak als team is om te beslissen of jullie het ermee eens zijn of niet – met andere woorden, of jullie rechts of links willen gaan." Dit zijn de gedragingen – kies er 3-6 van:
   1. We doen dingen heel snel. Geen wachttijden, geen vertragingen.
   2. Ik krijg regelmatig nuttige feedback over hoe goed ik presteer en hoe ik me kan verbeteren.
   3. Al onze bijeenkomsten zijn de moeite waard.
   4. We beperken ons onderhanden werk om altijd gefocust te blijven.
   5. We moeten op het werk dingen doen die anders zouden moeten.
   6. We zijn zo druk met onze dagelijkse taken dat het langetermijnperspectief in het team vaak wordt verwaarloosd.
   7. Ik weet precies waar de sterke punten van mijn collega's liggen.
   8. We vieren gezamenlijke successen in ons team.
   9. Mijn team is goed in het nemen van beslissingen.
   10. We zorgen ervoor dat alle relevante belanghebbenden regelmatig genoeg kunnen deelnemen aan onze sprintreviews.
   11. Iedereen in mijn team weet wie waar aan werkt.
3. Vervolgens wordt de eerste stelling met het team gedeeld. Het is tijd voor het team om te beslissen: Zijn jullie het ermee eens (naar rechts) of oneens (naar links) in ons labyrint? Dit is bedoeld als een open discussie van het team. Jij als begeleider kunt de communicatie en besluitvorming van het team observeren. Als het team niet weet wat het moet bespreken, kun je een hint geven en zeggen: "Je kunt beginnen met het verzamelen van concrete situaties waarin je dit gedrag of verwante dingen in ons team hebt waargenomen".
4. Schrijf op of het team naar links of naar rechts ging. En laat het team dan weten dat ze niet altijd in dezelfde richting mogen gaan (bijvoorbeeld altijd naar rechts). Het team moet minstens één keer naar links gaan om geen rondjes te lopen.
5. Introduceer de volgende uitspraken, de een na de ander, en herhaal dit proces tot de 3-6 gedragingen geïntroduceerd zijn. 
6. Nadat je alle gedragingen hebt gepresenteerd, zou je een overzicht moeten hebben van de richtingen (d.w.z. keuzes) die het team is ingeslagen. Ik hoop dat het team niet altijd één richting heeft gekozen? Dan zou het de beslissing voor een van de uitspraken moeten veranderen.
7. Nu kun je deze instructie doorgeven:
   "Je hebt de tuinman van het labyrint gevonden. Het blijkt dat hij de weg naar buiten weet. Hij zal het je vertellen als je hem een cadeau geeft: vertel hem hoe je geïnspireerd bent geraakt door zijn labyrint. Met andere woorden, vertel hem over de actie die je hebt besloten te ondernemen...." 
8. Met deze instructies moet het team het nu eens worden over een maatregel. Ook hier kunnen ze zelf beslissen hoe ze de maatregel opstellen (prioritering door te stemmen of op een andere manier). Het belangrijkste is dat ze het eens worden over deze ene maatregel.
9. Zodra het team de maat heeft, wijst de tuinman je de weg naar buiten – het is je gelukt! De terugblik is klaar.

Het idee achter het spel: In teams kun je het niet altijd eens worden over een "juiste" beslissing. Vaak weet je niet eens wat de juiste beslissing is. Het gaat er meer om dat je in de eerste plaats ergens over beslist en dan verder gaat! Ook bekend als "het oneens zijn en zich verbinden". Ervaring (ook wel empirie genoemd) en experimenten zullen je verder brengen, geen discussies. Zet je in voor één richting, probeer één ding (op één maatregel) en itereer dan.